Campus Cultura: een ontmoeting tussen kunst en wetenschap
‘Wat leuk om eens met ‘een gewoon mens’ te praten’. Een lach rolt door Zonnetrein Zeeland. Maar tegelijkertijd raakt de opmerking van een kunstenaar precies de kern van een belangrijke ambitie. Op een symposium in Ritthem en het omringende landschap dagen kunstenaars beleidsmakers en onderzoekers uit om met een andere blik naar de omgeving te kijken. ‘Hoe kunnen kunstenaars en wetenschappers met elkaar communiceren over de thema’s water, voedsel en energie?’ Kwartiermakers en kunstenaars Dani Ploeger en Sieta van Horck schreven met subsidie van de Regiodeal een plan voor het driejarige programma Campus Cultura.
‘Eigenlijk is dit een pilot van hoe het programma er in de praktijk uit kan zien. Wat gebeurt er als je kunstenaars een vrije opdracht geeft binnen de kaders en thema’s van het Delta Climate Center (DCC) en het hele district: water, energie en voedsel. En zo ontmoeten kunst en wetenschap elkaar in een waterig voorjaarszonnetje op het strand van Ritthem om zich te laten leiden door het proces en de ervaring van het moment. En weet je wat het mooie is. Beide werelden kunnen heel precies kijken. Maar wel vanuit een totaal ander perspectief. Zo inspireer je elkaar en ontstaan andere en nieuwe inzichten.’
Werelden die elkaar raken
Prikkelend en improviserend. De creatieve wereld kan andere sectoren in het North Sea Port District verrijken met verrassende perspectieven. De culturele deelopgave in de Regio Deal bestaat uit talentontwikkeling, het versterken van het vestigingsklimaat voor cultuurprofessionals en het vernieuwen van het aanbod en de infrastructuur in de culturele sector. Wat was eigenlijk de opdracht van Sieta en Dani? ‘Die loopt parallel aan die van het lectoraat Kunst | Cultuur | Transitie dat opgezet wordt aan de Hogeschool Zeeland. Maar om verwarring te voorkomen: dat is niet onze opdracht. Het doel van ons programma is om de brug te slaan naar de wereld van de kunstenaars. Wij richten ons op het stimuleren van kunstenaars, makers en kunstinitiatieven. Hoe kunnen we hun werk en praktijk laten aansluiten bij dat lectoraat en het DCC waar het aan verbonden is. Hoe kunnen die werelden verbinden? Wat kan de kunst betekenen voor de thema’s energie, voedsel en water? Maar ook andersom. Wat kan de kunst leren en meenemen vanuit het onderzoek en de wetenschap? Wat voor vragen en perspectieven ontstaan er als die werelden elkaar raken?’
Vertrouwen in lokaal
Wat zijn de belangrijkste bevindingen uit het plan en advies van Dani en Sieta? ‘Dat je heel goed moet aansluiten bij lokale kunstenaars en bestaande initiatieven. Ons idee is een open uitnodiging waar zij op kunnen reageren. Er is al zoveel kennis. Bestaande instellingen die eerder hebben ontdekt wat wel en niet werkt. Het is zonde om die links te laten liggen. Of ze nu met scheepvaart of het duinlandschap bezig zijn; er zijn kunstenaars die al vanuit een onderzoekende houding met het deltagebied en de thema’s van het DCC en het district bezig zijn. Je moet vertrouwen op wat er al is. Het uitgangspunt is daarom om die bestaande structuren en mensen te verbinden. Om kunstenaars en onderzoekers te koppelen. Het grote voordeel is dat je met mensen samenwerkt die al een lange en diepgewortelde verbinding met (de uitdagingen in) de regio hebben. Als je kunstenaars van buiten haalt, tuig je misschien iets op wat na afloop van het programma weer verdwijnt. Lokale kunstenaars en initiatieven zijn hier na drie jaar nog steeds. De kennis, ervaring en netwerken die ze opdoen, kunnen daarna voortbestaan. Denk aan een kunstenaar die een college geeft aan de HZ.’
Elkaar écht vinden
Toch zijn er volgens Dani ook mensen van buiten nodig: ‘Dat is ons andere belangrijk advies. Intermediairs die veel ervaring en expertise hebben met het verbinden van kunstenaars en onderzoekers zodat die twee werelden met elkaar kunnen praten.’ Ook tijdens het afsluitende dialoog van het symposium blijkt dat die rol van ‘tolk’ onmisbaar is. ‘Omdat het relatief nieuw is in het culturele landschap in Zeeland’, ervaart Sieta. ‘Hoe kom je met elkaar in contact? En welke taal spreek je dan? Dat is precies waar je die intermediairs voor nodig hebt. Maar het mooie is dat je zowel bij de kunstenaars, de onderzoekers als de beleidsmakers een enorme bereidwilligheid merkt om samen vernieuwende ideeën rond de thema’s water, energie en voedsel te ontwikkelen. Om elkaar écht te vinden.’